De naheffing voor bijdragen aan de Europese Unie die onder meer Nederland en het Verenigd Koninkrijk moeten betalen is goed onderbouwd, aldus eurocommissiaris Dominik.
Brussel heeft maandag de Europese naheffing voor sommige EU-lidstaten, waaronder Nederland, verdedigd. De landen zullen moeten betalen.
De extra bijdrage is berekend op basis van cijfers van de landen zelf, aldus Europees Commissaris Jacek Dominik (Begroting). Het gaat om technische aanpassingen die jaarlijks plaatsvinden.
Omvang economie en bijdrage aan EU
Volgens voorlopige berekeningen van Brussel moet Nederland voor 1 december ruim 642 miljoen euro overmaken, de Britten ruim 2 miljard. Een reeks andere landen krijgt geld terug.
Dominik zei verrast te zijn door de uiterst kritische reactie van de Britse premier David Cameron op de naheffing, nadat de krant Financial Times donderdag over de extra bijdrage had geschreven. Tot dan was er geen enkel signaal van de Britten dat zij bedenkingen hadden bij het bedrag, aldus de Europees Commissaris. Cameron weigert de rekening te voldoen.
Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën maakte zondag duidelijk dat Nederland de naheffing gaat betalen als de ,,feiten en cijfers kloppen''. Donderdagavond had premier Mark Rutte nog gezegd dat de extra bijdrage hem rauw op het dak was gevallen en dat die veel vragen opriep.
Commissaris Dominik verklaarde de hoge naheffing voor enkele landen door erop te wijzen dat sommige openstaande kwesties eindelijk waren opgelost. Het ging dan bijvoorbeeld om de vaststelling wat er precies onder het nationaal inkomen valt. De omvang van het nationaal inkomen bepaalt de jaarlijkse afdracht aan Brussel.
Voor één land werd het inkomen herberekend sinds 1995. Voor de meeste andere lidstaten, zoals Nederland, ging het om aanpassingen vanaf 2002. Enkele landen gaven de laatste jaren consequent een te laag inkomen op, constateerden de rekenmeesters in Brussel.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl